donderdag, mei 15, 2008

SLO Leermiddelenmonitor

Bericht:
"Alle leraren maken ten minste 2/3 van de lestijd gebruik van methoden. De doorlooptijd van methoden in het PO is veel groter dan in het VO: 8,9 tegen 5,6 jaar. Scholen vervangen methoden als ze inhoudelijk en/of didactisch verouderd zijn. Leraren kiezen of er een nieuwe methode komt en welke methode dat wordt. In het keuzeproces speelt internet een belangrijke rol, zo ook ervaringen met het werken met de methode. Kosten wegen niet het zwaarst, positieve ervaringen zijn meer bepalend voor de keuze. De kosten van methoden spelen in VO een grotere rol dan in PO.

Voor onderwijs waarbij actief leren centraal staat, is het aandeel niet-methodegebonden leermiddelen groter dan bij meer traditionele vormen van onderwijs. Ook de tijd die met digitale leermiddelen gewerkt wordt, is dan groter. Gemiddeld werkt de leraar meer dan 70% van de lestijd met papieren leermiddelen. Meer aandacht voor vakkenintegratie in het VO betekent meer gebruik van digitale leermiddelen. Voor het werken met digitale leermiddelen gebruikt in het VO bijna de helft van de leraren een elektronische leeromgeving. Leraren die een ELO hebben, geven aan dat bijna een kwart van de leermiddelen daarmee aangeboden wordt.

Mannen zijn meer “methodegebonden” dan vrouwen, evenals als leraren die langer lesgeven. In het PO wordt in de onderbouw het minst met methoden gewerkt. In het VO wordt er bij M&M, de exacte vakken en bij de talen het meest gebruik gemaakt van methoden. Deze vakken gebruiken ook nog het vaakst papier, in tegenstelling tot de kunstvakken en de meer beroepsgerichte vakken in het vmbo, waarbij digitale leermiddelen vaker ingezet worden.

Andere leermiddelen dan de methode sluiten beter aan bij de leeromgeving van leerlingen en zijn leuker. Leraren in het VO geven aan niet genoeg te hebben aan de methode. PO leraren gebruiken met name spullen die anderen gemaakt hebben, VO leraren maken die zelf. De niet-methodegebonden leermiddelen zijn verrijkend en verdiepend en worden gebruikt in projecten. Niet-methodegebonden leermiddelen zijn vaak digitale leermiddelen en worden dan ook met name gevonden op internet, waarbij aanpasbaarheid en beschikbaarheid erg belangrijk zijn. Dat zoeken op internet kost relatief veel tijd en gebeurt nog betrekkelijk weinig. De meeste leraren zoeken maar enkele keren per maand."

Herkennen jullie jezelf hierin??? Maken jullie gebruik van digitale leermiddelen en zo ja welke?

Het complete rapport is er ook (PDF).

Geen opmerkingen: