Leergebied MM

Ik ben Radboud Burgsma docent Aardrijkskunde, Multimedia en Maatschappijleer. Ik werk nu voor het derde jaar in het leergebied MM. En ik geniet. Op de Community staat al een tijdje een artikel van Leo Zander. Zijn oproep tegen het leergebied roept bij mij wat vraagtekens op. Misschien is het nu tijd voor een voorzichtig tegengeluidje. Voorop staat dat Aardrijkskunde een pracht vak is en zeker een belangrijke bijdrage levert aan het begrijpen van de wereld om ons heen. En die verzameling van kennis en vaardigheden, die we Aardrijkskunde noemen, is ook prima op zijn plaats in een leergebied.




Niets staat vast

De inhoud van elk vak is de resultante van onderhandelingen. Het is een eindtermencompromis van de op dat moment heersende gedachten onder geografen en geologen. Jarenlang overleg gaan er aan vooraf voordat een examenprogramma geschreven en bekrachtigd is. Daarbij worden keuzes gemaakt door de samenstellers. Het ene komt het andere gaat. En zolang het onder de noemer Aardrijkskunde is is ons doorgaans allen prima. GIS is zo’n voorbeeld dat er bijkomt. Een prachtig stukje datatechniek dat m.i. echt thuis hoort bij Aardrijkskunde. Helaas wordt het in de les amper behandeld. Het is aan de enthousiaste docent of hij/zij daar verder iets mee doet. GIS heeft de toekomst en het zal nog wel even duren voordat het indaalt. Dit voorbeeld geeft wel aan dat er voordurend keuzes gemaakt worden in wat er wel en wat er niet aanbod moet komen. En daarmee zijn we nog niet klaar. Eenmaal een consensus in de eindtemen gaan we zelf af en toe rommelen aan de grenzen/inhoud van het vak. Zo weet ik dat er genoeg collega’s zijn die onderdelen ondergeschikt maken aan andere omwille van de tijd of het uitvoeriger behandelen van de eigen stokpaardjes /interessevelden/projecten of anders. Wie slaat er bijvoorbeeld niet een paragraafje of hoofdstukje over? Met andere woorden de inhoud van Aardrijkskunde is terecht altijd al in beweging geweest. Maar moeten we nu echt zo bang zijn om kennis en vaardigheden in de onderbouw te verliezen door de komst van die leergebieden? Aan de hand van de kritieken en argumentatie van Leo Zanders geef ik u zo mijn bevindingen. Misschien kunt u er iets mee. Het valt namelijk reuze mee. Sterker nog; ik raad het iedereen aan.



Kun je deze thema's (ak onderwerpen) in een leergebied MM kwijt ? Een aantal leent zich hiervoor, een groot aantal niet. (Leo Zander)



Ja het volledige programma kun je in principe in het leergebied kwijt. Mits de school er maar voor kiest de lessentabel niet aan te passen. Wat inhoud betreft hoef je niet die te veranderen. Wat wel verandert is de focus. Hoe de ‘oude’ thema’s aan bod komen hangt af van de ‘nieuwe’ context. Voor die onderwerpen die niet in een bredere context geplaatst worden met de aanvullende perspectieven van GS en/of EC, worden als ‘losstaand onderwerp’ aangeboden. Het eerste is in het leergebied nieuw (de bredere context) en het tweede deden we altijd al, zie al die verschillende AK-methoden.



Dit betekent dat je vakinhoudelijk inlevert. Is dit wenselijk? Ik vind dat iedere leerling van bovengenoemde thema's iets van af moet weten om te kunnen functioneren in de huidige samenleving. (Leo Zander)



Noem een vak die dit laatste niet roept. Wat de vakinhoud betreft ligt dit anders. Je bent er namelijk zelf als docent toch bij? We nemen zelf af en toe al de vrijheid om soms onderdelen te schrappen en/of toe te voegen. En wanneer de lessentabel niet verandert hoeft er niets geschrapt te worden. Omdat zowel Geschiedenis als Aardrijkskunde overlappingen kennen kan zelfs tijdwinst geboekt worden. Die tijdwinst kan gebruikt worden om de focus van de kerndoelen te behalen. Tip: ga niet zelf lessen schrijven. Kies een methode die voor het leergebied al veel voorwerk gedaan heeft. En vul deze stof aan met dat wat u gewend was.



Als je in de onderbouw de afzonderlijke vakken afschaft, dan heeft dit consequenties voor het startniveau van aardrijkskunde in de bovenbouw. (Leo Zander)

Dit is een hardnekkige aanname, die veel gehoord wordt en eigenlijk nergens op gebaseerd is. Hier gaat men immers voorbij aan het feit dat het in principe niet uitmaakt waar en hoe men een begrip of vaardigheid eigen maakt, als het begrip of vaardigheid maar eigen gemaakt wordt (en kan toepassen). Wel handig is een document waarin de doorlopende leerlijn inzichtelijk gemaakt is per vak en leerjaar vanaf klas 1. Dit ter bewaking van de kennis en vaardigheden en het gesprek met de bovenbouw. Enkele methoden voor MM hebben dit overzicht in de docentenhandleiding gezet.



Er moet aandacht zijn voor vaardigheden én kennis. Binnen aardrijkskunde kun je deze vaardigheden helder formuleren en gerichte werkvormen kiezen om deze aan te leren. Binnen een breed leergebied bestaat de kans dat het kennisaspect wordt verwaarloosd. (Leo Zander)

Waarom zou een leergebied vaardigheden niet helder kunnen formuleren? Deze zijn toch al geformuleerd. Het gaat er om om stof te ontwikkelen waarin die vaardigheden geoefend kunnen worden. Hetzelfde geldt overigens voor het kiezen van ‘gerichte werkvormen. Dit laatste is sterk afhankelijk van de docent. Maar ik ga er van uit dat wij allen professionals zijn en didactisch goed onderlegd. Werkvormen zijn niet vak afhankelijk. Werkvormen hebben te maken met leerstijlen. De redenatie is daarom te kort door de bocht. Ook het kennisaspect hoeft niet in te boeten. Misschien dat het volgende commentaar op het citaat duidelijk maakt waarom een leergebied juist net dat beetje extra kan bieden. Het blijft natuurlijk docent en methode afhankelijk.


Het doet mij goed te zien dat een leerling, die het verband tussen breedteligging en temperatuur gaat inzien in klas 1; dit toepast en verbreedt in klas 2 bij 'Weer en klimaat' en vervolgens in klas 3 weer tot verdieping komt bij de milieuproblematiek. Dit verlies je bij een breed vak als MM.


Het doet mij goed wanneer ik bij MM het thema ‘De VOC’ geschiedenis kan aanvullen met de kennis en vaardigheden van Aardrijkskunde. Behalve het verwijzen naar de verschillende klimaatzones, waar bepaalde specerijen kunnen groeien, is voor het aardrijkskundige deel binnen het leergebied de route naar Indonesië bijzonder interessant. Men voer aan de hand van een later verplicht wagenspoor langs Brazilië. Wie de scheepsverslagen leest weet dat het bij de evenaar flink kon spoken. Het omvaren en het slechte weer is alleen te verklaren door aardrijkkundige vragen te stellen en die te beantwoorden met aardrijkskundige kennis en vaardigheden. Wie eenmaal aan de slag gaat met de Bosatlas wordt het al snel duidelijk. Het zijn de gunstige passaatwinden en de gevolgen van de ITCZ, die de route voor een groot deel bepalen. AK en GS een perfecte combinatie in MM. Je moet het alleen even zien.

Invoering van leergebieden betekent schaalvergroting van vakgroepen. De vakgroepen aardrijkskunde en geschiedenis gaan op in een nieuwe vakgroep MM. Op veel scholen laat de organisatie van de huidige vakgroepen te wensen over. (Leo Zander)

Het slecht functioneren van een school, deelschool of sectie zal zich inderdaad ook doorzetten in een leergebied. Wanneer een sectie slecht functioneert dan hoort het management in te grijpen. Dat M&M schaalvergroting inhoudt van vakgroepen is niet per definitie waar. Bij ons op school is er een sectie bijgekomen, die van M&M. Daarbij participeren de docenten MM wel weer binnen de secties GS en AK. Zaken die spelen voor docenten in de onderbouw en dus MM kunnen zo onderling de zaken bespreken en oplossen. Neem bijvoorbeeld de ontwikkeling van een doorlopende leerlijn. De docenten MM inventariseren als sectie MM en rapporteren als docent GS en/of AK in de bovenbouwsecties. Samen kijk je hoe elk jaar op elkaar aansluit. Hoezo dan schaalvergroting? Overigens doen de docenten MM in de onderbouw niets meer of minder dan ze voorheen ook in separate vakken zouden moeten doen. Een groot voordeel is wel dat we meer van elkaar geleerd hebben.



Ik pleit voor: goed georganiseerde kleine vakgroepen die aandacht hebben voor diepgang in het vak, vaardigheden (van eenvoudig naar complex), aandacht voor verschillen tussen leerlingen en variatie binnen de onderwerpen. Docenten moeten hiervoor gefaciliteerd worden. (Leo Zander)



Die kleine vakgroepen hebben we nu. Voor het snelle werkoverleg is er de sectie MM. Voor de doorlopende leerlijn vergaderen we in sectieverband Ak of GS. Daarbij moet ik wel opmerken dat onze school ons als docenten M&M gefaciliteerd hebben en zo kansen geboden hebben. Natuurlijk bleef er nog steeds veel over wat in mijn vrije tijd gedaan moest worden, maar we geloofden er in. Het klinkt misschien gek, maar waar me mee bezig waren gaf ons ook weer energie. Maar dit alles staat los van de discussie over de kwaliteit van de inhoud van het leergebied. Leo Zanders voert het echter wel aan als argument tegen het leergebeid. Het argument over de kans van slagen bij onvoldoende facilitering verschilt per school en docent.



Met de invoering van leergebieden wordt je "bekwaam" geacht voor meerdere vakken. Invoering van M&M vereist desondanks bijscholing van docenten aardrijkskunde en geschiedenis. (Leo Zander)



De huidige lerarenopleidingen in de sociale vakken bieden gedurende twee jaar gezamenlijke programma’s aan. Daarbij kunnen de studenten zich in de vrije ruimte laten bijscholen in een ander vak. Dat wil zeggen dat studenten GS, AK, MA en EC elkaar al regelmatig in de collegezalen treffen en programma´s volgen die voor alle vakken relevant zijn. Wij zijn allemaal redelijk breed, maar vooral hoog opgeleid en daarom mag het curriculum uit de onderbouw binnen de sociale vakken niet een groot probleem zijn. Daar komt bij dat we sinds kort te maken hebben met de wet BIO. Van docenten wordt nu verwacht dat ze zich blijven scholen en een portfolio bijhouden voor eventueel een functiemix. Hiervoor is een geoormerkt budget. We worden bekwaam geacht voor GS met een bevoegdheid AK en vice versa. Maar ook ik ben niet gelukkig met de kwalificatie ´bekwaam´´.

Ook daarom van mening dat iedere MM-docent zich vrijwillig laat bijscholen (certificeert) in het vak waarin hij niet bevoegd is. En dan niet tot een volledige bevoegdheid, maar voor die verdieping die zij zelf nodig achten. Iets voor uw POP?



Als je kijkt naar de inrichting van de bovenbouw dan heeft in de loop der jaren het vak geschiedenis, altijd meer status, gezag en invloed kunnen behouden dan aardrijkskunde. Dit zegt meer iets over de geografen dan over de historici, maar met de bestaande machtsverhoudingen zullen de 'onderhandelingen' over de invulling van M&M er niet makkelijk op maken. De meesten van ons zijn in hart en nieren geograaf. Hierin zit ook ons sterke punt. Hier zijn we goed in. Een Mens en maatschappij-hart, bestaat dat? (Leo Zander)



Kijk daar hou ik nu van een geograaf die de problematiek rond AK even in het historisch perspectief plaatst. Het lijkt MM wel. Maar nu even serieus. De landelijke politiek beslist over profielen en de inhoud van het school- en landelijk examen. Een leergebeid in de bovenbouw is daarom nog niet wenselijk en uitvoerbaar. Voor de onderbouw ligt dit anders. De locatie en dus de secties beslissen over de inhoud van de leergebieden in de basisvorming op basis van kerndoelen. Dit is een groot verschil. Wat een sectie moet bevechten binnen een leergebied is de garantie van het management dat de lessentabel niet verandert. M.a.w. een vak mag wat tijd betreft er niet op achteruit gaan. Het mag dus niet een verkapte bezuiniging zijn of worden. Over de inhoud hoeven we ons ook geen zorgen te maken. Die wordt in eerste instantie verzorgt door de uitgevers die methoden gemaakt hebben en nu na drie jaar de methoden op basis van de eerste ervaringen zullen gaan herzien. Inhoudelijk komen de methoden tegemoet aan de kerndoelen die op hun beurt weer toereikend zijn als voorbereiding op de bovenbouw. En wie in overleg is met de bovenbouw en weet wat er aanbod komt in de onderbouw (doorlopende leerlijn) kan eventueel hier en daar zijn programma aanpassen. Maar ook dit vond ook al voor dat er sprake was van leergebieden plaats toch? Ik heb gemerkt dat met de komst van de leergebieden de onderbouw en bovenbouw secties voor het eerst echt in gesprek zijn geraakt. Een verandering? Dat kan nooit goed zijn! Ik kan me herinneren dat ik werkte met een Ak-methode die achterhaalt was, omdat het boekenfonds een absurde afschrijftermijn hanteerde, waardoor het niet goed meer aansloot op wat er in de vernieuwde Tweede Fase gevraagd werd. Toch bleven de leerlingen de Tweede Fase instromen. Ik wist niet beter dan dat ik het boek moest volgen en overleg binnen de sectie was er niet of nauwelijks. Juist met de komst van M&M wordt er extra kritisch gekeken wat er zoals waar wordt aangeboden. En dat is op zich al winst en een stap vooruit. Maar dit alles geeft me nog geen MM-hart en dat hoeft ook niet. Ik heb iets anders. Ik heb bezieling.


Voor mij dus geen MM hart, maar een gezonde dosis nieuwsgierigheid naar het willen weten wat iets is, hoe het zo gekomen is en waarom het juist daar plaatsvindt/vond. Die nieuwsgierigheid en bezieling wil ik overbrengen op de leerlingen. Neem bijvoorbeeld Haïti. Leer de leerlingen kijken en begrijpen. Hoe? We zien de beelden van een deel van het eiland (gedeeld met de Dominicaanse Republiek??) in puin liggen. Een geograaf kan je precies vertellen wat er gebeurd is en waarom het juist daar plaatsvindt/vond. Maar een leerling ziet ook een land dat economisch aan de grond zit en zat, politiek instabiel was/is, een bevolking die niet gewaarschuwd was, nauwelijks een infrastructuur had en wat doet die donkere Frans sprekende ‘Afrikaanse’ bevolking daar? Ook dat is Haïti. Het kijken met alleen de geografische bril leert ons een heleboel interessants, maar wie kijkt met de ogen van MM, en daarbij de aanverwante vakdisciplines, ziet meer, begrijpt meer en kan meer.



Dr. Ian Stewart heeft naast zijn fantastische serie Earth the power of the planet een nieuwe DVD getiteld: How Earth made us. Hierin laat een geoloog zien welke invloed de omgeving (geologie) heeft op het ontstaan, de groei en de ondergang van samenlevingen. Als dat geen MM is…



Ik ben naast docent Aardrijkskunde ook docent maatschappijleer en Multimedia. Op een ochtend vlak voor de toets kwam een leerling uit havo 4 op mij af en vroeg met een ernstig gezicht: “Zijn die liberalen bij geschiedenis dezelfde als die bij maatschappijleer?”. Door vakken in hokjes aan te bieden missen veel leerlingen de verbanden binnen de context. Het geheel is immers meer dan de som der delen.



Radboud Burgsma

(P.S. M&M is alleen wenselijk in de onderbouw. Voor de middenbouw en bovenbouw zie ik liever aparte vakken.)