Gisse leerlingen, geografische informatie systemen en aardrijkskundig besef. Dat waren de belangrijkste ingrediënten van de oratie die Joop van der Schee hield ter gelegenheid van zijn aanvaarding van het ambt van Bijzonder Hoogleraar Onderwijsgeografie aan de VU in Amsterdam.
Dat aardrijkskunde meer is dan alleen topografie is voor anderen niet gelijk duidelijk. Het opnoemen van rijtjes plaatsnamen wordt gelijk met geografen geassocieerd.
De vraag die Joop van der Schee zich stelt is dan ook 'wat is er nodig om aardrijkskunde beter op de kaart te zetten?'
Zijn digitale toepassingen zoals GIS het redmiddel bij uitstek?
Kaarten zijn bij uitstek het hulpmiddel van de geograaf. Leerlingen moeten kaarten kunnen lezen, selecteren, analyseren en interpreteren. Dat gaat met digitale kaarten makkelijker omdat deze per definitie beter zijn in inzoomen, actualiteit en flexibiliteit dan papieren.
Het moeten al met al 'gisse leerlingen ' worden: 'zij beschikken over geografisch besef, kunnen theoretische en empirische kennis aan elkaar koppelen en weten eenvoudige GIS handelingen uit te voeren. Hiermee zijn zij in staat zich een beeld te vormen van regionale verschillen en kunnen meedenken over belangrijke vraagstukken waarmee onze samenleving zich nu en in de nabije toekomst geconfronteerd ziet, zoals ruimtelijke ongelijkheid, klimaatsverandering en milieuproblematiek'.
Hij ziet vervolgens een belangrijke rol weggelegd voor Geo-informatie. Denk hierbij aan Google Earth , Edugis en GIS software. Zeker gezien het toenemend gebruik ervan in bedrijfsleven en overheid. Leerlingen moeten daarin worden geschoold en dat kan al beginnen in de basisschool. Dat dat niet moet worden losgekoppeld van vakinhoud is duidelijk: je kunt niets zien als je niet geleerd is het te zien. Naast het gebrek aan goede Nederlandse (school)software en data ontbreekt het ook nog eens bij veel leerlingen (en docenten) aan geografische kennis.
Volgens van der Schee kan GIS software een belangrijke bijdrage leveren voor het aanleren van geografische basiskennis, geografische benadering en kennisverwerving. Ruimtelijke analyse, regionale variatie en veranderingen op wereldniveau kunnen door GIS in beeld worden gebracht. Horizontale en verticale relaties van en in gebieden kunnen door de stapeling van kaartlagen gevisualiseerd en vervolgens geanalyseerd worden. Denk hierbij aan spreidings- en geledingspatronen.
Relaties leggen tussen verschijnselen, het kunnen in-en uitzoomen of selecteren van kenmerken in een bepaald gebied zijn vaardigheden die met digitale kaarten vele malen makkelijker en sneller kunnen dan met papieren. Daarnaast haakt het werken met een GIS in op de koppeling van procedurele kennis en declaratieve kennis. Dat laatste maakte hij duidelijk aan de hand van de beschrijving van een aantal datasets van Amerikaanse binnensteden waarin kenmerken als werkloosheid, huisvestingssituatie en criminaliteit per stadsdeel samenhang vertonen wanneer deze 'op elkaar 'worden gelegd. De gebruiker kan dan al vergelijkend, tellend en beredenerend verwachtingen opstellen over factoren die elkaar beïnvloeden als het gaat om armoede en verval in deze Amerikaanse steden.
Volgens van der Schee moeten veldwerk en GIS toegevoegd worden aan het huidige curriculum. Hiermee wordt theorie en praktijk van het vak gekoppeld. Met GPS en GIS kan daar voor leerlingen een mooie invulling voor worden gemaakt. De moderne technologie ondersteunt de buiten opgedane ervaringen en beelden en kunnen door de docent vakinhoudelijke verdieping krijgen.
Hij pleit ook voor een SchoolGIS, d.w.z. software dat toegankelijk is voor leerlingen (en hun docenten). Dat moet ontstaan uit een gezamenlijk initiatief van uitgevers, vakvereniging, bedrijfsleven, overheid en opleidingsinstituten. Hiermee kunnen die gisse leerlingen worden opgeleid. Daar horen natuurlijk goede en aantrekkelijke activerende (Leat) opdrachten bij.
Onderzoek naar de de rol die GIS kan spelen in het ontwikkelen van vaardigheden en het gebruik in het onderwijs is noodzakelijk. Eind 2006 is er een NWO onderzoek gestart dat dat gaat bekijken. Van der Schee wil daar een belangrijke bijdrage aan gaan leveren.
Daarnaast is er een belangrijke rol weggelegd voor de opleidingen. Zij moeten toekomstige docenten vakkennis en vaardigheden bijbrengen, waaronder digitale. GIS ontbreekt vrijwel in alle lerarenopleidingen. In andere landen is het al niet veel beter. Bijscholing van zittende docenten en het opzetten van webbased communities zijn instrumenten om tot gisse docenten te komen die hun leerlingen kunnen opleiden tot gisse leerlingen.
Deze oratie is, het zal jullie niet verbazen, mij uit het hart gegrepen. Ik pleit al jaren voor het toepassen van GIS in brede en smalle zin in de aardrijkskunde lessen. Gelukkig zie ik steeds meer collega's en leerlingen ermee bezig. Nog niet genoeg, maar Joop van der Schee's benoeming is een behoorlijke steun in de rug voor wie GIS en Geo-informatie een warm hart toedraagt.
Joop ik wens je veel wijsheid en inzicht in je nieuwe functie en dat we maar gisse docenten mogen worden van gisse leerlingen. Aan mij zal het niet liggen....
[update]De gehele oratie is na te lezen en te downloaden.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten